Download het werkblad (GoogleDoc - WordDoc) en beantwoord de vragen. Je kunt ook de websites gebruiken die op de pagina "informatiebronnen" staat.
Lees verhalen van kinderen die ook naar Auschwitz werden gebracht. Doe dat via de websites:
Door de informatiebronnen van hierboven probeer je uit te zoeken wat er in zo'n kamp je te wachten stond.
Uiteindelijk schrijf je een brief van minstens 300 en maximaal 400 woorden alsof je zelf in zo'n kamp bent aanbeland.
In die brief schrijf je wat je meemaakt en wat je gezien hebt in het kamp.
De brief is gericht aan je opa of oma in Nederland.
De brief wil je later op een of andere manier buiten het kamp krijgen, zoals je bijvoorbeeld eerder mensen brieven uit de trein bij Westerbork zag gooien.
Je gebruikt deze aanwijzingen om de brief te schrijven.
Maak ook gebruik van deze tips over zinsbouw.
Je levert deze brief bij je leerkracht:
Getypt met een tekstverwerker.
Je schrijft dezelfde brief ook met pen en papier.